onderzoeken ::: woonvormen
Woonvormen

Bron: Jurn Verschraegen, Expertisecentrum Dementie Vlaanderen

Het grootste deel van de mensen met dementie blijft thuis wonen en wordt daar verzorgd. Als dit echt niet meer gaat, meestal omdat de mantelzorger het niet meer volhoudt, volgt er opname. Lange tijd was er dan geen andere keuze dan een traditioneel verzorgingshuis of verpleeghuis. De meesten hiervan waren al wel veranderd; geen grote slaapzalen meer, minder steriel en medisch, meer aandacht voor wonen en welzijn. Maar het grootste deel was, en is, nog wel een grootschalige instelling. Sinds ongeveer 10 jaar is 'kleinschalig wonen' sterk in opkomst. Kleinschalig wonen draait om het gevoel van vertrouwdheid, geborgenheid en veiligheid voor de demente bewoners. Ze wonen in een normale woning waarin gebruikelijke en huiselijke activiteiten plaatsvinden en de bewoner zijn eigen vertrouwde leven kan voortzetten, familie wordt ook intensief betrokken bij het leven van de bewoner. Kleinschalige woonvormen zijn er in veel varianten. Een vorm daarvan is bijvoorbeeld op een boerderij, de 'zorgboerderijen'. Deze boerderijen zijn soms alleen voor dagbesteding, soms worden ze ook bewoond.  
Het Trimbos Instituut heeft een aantal belangrijke criteria benoemd voor kleinschalig wonen. Een aantal voorbeelden zijn: bewoners verhuizen niet naar een andere voorziening als hun beperkingen toenemen, ze voeren een gewoon huishouden; boodschappen doen, koken, eten, schoonmaken, maar ook bijvoorbeeld bezoek ontvangen, bewoners houden de regie over hun dagelijks leven en het personeel is deel van het huishouden, er is sprake van een klein, vast team van medewerkers dat de bewoners goed kent, een huiselijke sfeer weet te creëren en de zorg integreert in het dagelijks leven. Hier wordt in twee van de drie subrubrieken verder op in gegaan.